Malle Pietje.
Een paar maanden nadat Swiebertje de geest had gegeven kwam ook Malle Pietje bij gebrek aan asem op bed te liggen. Omdat de situatie nogal kritiek was liet de burgemeester door Veldwachter Bromsnor bij het postkantoor een telegram bezorgen dat geadresseerd was aan Pietjes enige zoon Gerrit die aan het andere eind van de provincie woonde.
Stop – In naam der Koningin: Stop – kom direct naar Lutjebroek -stop-Pietje stervende – stop -
De volgende dag arriveerde Gerrit per paardentram. Hoewel de zieke liefdevol verzorgd werd door juffrouw Saartje was hij er slecht aan toe. Het zag er naar uit dat Pietje binnenkort zijn laatste sigaartje zou hebben gerookt.
“Gerrit””, zei Pietje tegen Gerrit, zie je daar die hoge Chinese vaas? “Bedoel je die vaas die zeker vijfduizend euro waard is” vroeg Gerrit. “Hoe weet je dat jongen”, vroeg Pietje. “Nou vader, ik kijk tegenwoordig altijd naar Tussen Kunst en Kitsch” , antwoordde Gerrit. “Gerrit jongen, steek je arm eens in die vaas en haal mijn spaarbankboekje er uit”, hijgde Pietje.
Gerrit zette grote ogen op . “Hoe kan dat nou pa, er staat meer dan miljoen gulden op het boekje”.“Ja, jongen, de handel man. Je weet dat ik altijd bij de mensen de vodden heb opgehaald, oude spulletjes heb gekocht en op markten verkocht. En ik heb altijd ons spreekwoord in ere gehouden ”Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen”. “Maar pa, alleen met centen en dubbeltjes bij elkaar schrapen kun je toch geen miljoen gulden sparen”, sprak Gerrit. Hoe heb je het dan in hemelsnaam wel gefiktst. Ik als je zoon heb er toch wel recht op dat te weten?”
“Kom met je oor dicht bij mijn mond jongen, dan zal ik je het grote familiegeheim vertellen”sprak Pietje, en hij vervolgde “luister heel goed mijn jongen en vertel het aan niemand door. Ik heb het geleerd van aan het sterfbed van mijn oude opa. Die heeft het me al verteld.” “Nou pa, kom op dan, sprak Gerrit terwijl de guldentekens in zijn ogen bijna van ongeduld op de grond vielen.
“Kijk jongen”, zei Pietje bijna fluisterend, “Een mens moet altijd bescheiden blijven. Als je iets koopt voor een gulden, en je verkoopt het voor drie gulden, dan heb je altijd je twee procent winst”. Het waren zijn laatste woorden. Malle Pietje legde zijn hoofd op het spaarbankboekje en gaf de geest.
Go Wammes,
november 2008
Maak jouw eigen website met JouwWeb