Divaatje.
Vorig jaar jaar dacht ik dat het toeval was. In de tweede helft van oktober keerde het roodborstje terug dat een jaar eerder ook al rond dezelfde tijd was komen opdagen. Het prachtige vogeltje, van de familie der vliegenvangers, nam toen opnieuw bezit van mijn tuin. Haar ingebouwd kompas leek de weg exact te hebben teruggevonden van het noorden naar het zuiden. Ze volgde me voortdurend bij mijn tuinactiviteiten. In de top van de pruimenboom of op de nok van mijn kas zong mijn vriendinnetje het hoogste lied. Op internet las ik dat van roodborstjes niet alleen de mannetjes zingen maar ook de vrouwtjes. Maar dit exemplaar had een prachtige sopraan, het moest welhaast een vrouwtje zijn. Als ik aan het werk was zat de diva een paar meter achter me te pikken in de pas omgewoelde aarde. Als ik naar huis ging leek ze luid te protesteren. Op den duur kreeg ik s Ochtends bij het ontbijt het gevoel van vleugels. Ik wilde dan naar tuin vliegen, weer of geen weer. En ik had er mijn eerste stappen nog niet gezet of de lieverd fladderde alweer rond mijn grijze hoofd. We kregen het samen steeds gezelliger.
Helaas bleek het vogelinstinkt sterker dan onze liefde. In maart was Divaatje plotseling weer verdwenen. Ze had op haar eigen tijd haar eigen weg gekozen naar het hogere noorden om daar een mannetje te versieren. Ik voelde me een bedrogen minnaar en werd overweldigd door liefdesverdriet. Gelukkig kon ik weer vluchten in de troostrijke armen van mijn echtgenote.
Ik had inmiddels uitgezocht dat er in Nederland twee soorten roodborstjes verblijven. Het zijn de overwinterende inlanders en de trekkers. Je zou ze ook autochtonen en allochtonen kunt noemen. De inlanders wonen in onze bossen. Ieder inlander bewaakt zijn gebied tegen indringers. Vreemde vogels, vooral de soortgenoten, worden door die dappere helden met agressief gekrijs op afstand gehouden. Als de allochtonen in oktober uit Noorwegen terugkeren vestigen ze hun territorium noodgedwongen niet in onze boze bossen maar in onze gastvrije tuinen.
Dus zie ! Medio oktober zong er weer een klein noordelijk fladderaartje met een fel rood borstje in de top van de pruimenboom. En wederom maakt ze me het hof. Ik weet helaas niet of het weer om hetzelfde vogeltje gaat. Maar dat er weer een gezellige winter aankomt, in het lieftallige gezelschap van een allochtoon bolletje wol, dat is zeker!
Natuurlijk noem ik haar weer Divaatje.
Go
Maak jouw eigen website met JouwWeb