Uitglijertjes 

In Friesland liep alles te hoop man

Het was een geweldige soap man

Maar o wat een strop

De snert was snel op

en ’t was weer gedaan met de koopman.

‘k wil schaastsen een klunen riep Geesje

Dat ligt in de aard van het beesje

Ze kocht koek en zopie

Deed dat op een hopie

En brouwde zo toch een fries feesje.

Ik schaats zei een meisje uit Rheden,

en bikkel en kluun elfsteden

maar zowaar als ik leef,

mijn klapschaats was scheef,

ik gleed zo een wak in, oh.. heden.

Mijn vaart zei een blokhoofd, een Sneker

Is sterk genoeg, dat is zeker

Maar heel eigenwijs

Zakte hij door het ijs

’t was toch nog te dun sprak de spreker.

Daar gaan we weer riepen de Friezen

Al moet het nog heel hard gaan vriezen

Maar hun ijdele hoop

ging te hard op de loop

dat hebben ze nu in de smiezen.

Hoe komt het vroeg Piet thuisgekomen

Dat ik vaak van Baarschot moet dromen

Welnu sprak een guit

Dat is het geluid

Dat voorafgaat aan wat nog moet komen.

Een Hollandse vrouw in Bolzena (Meer van Bolzena in Italie)

vond Mario de mooiste op een na (Mario is baas op camping)

maar haar Hollandse reus

gaf 'm een klap op zijn neus,

nu is hij de mooiste op twee na.