Herinneringen aan John F. Kennedy
Het was oktober 1962 en een lange colonne militaire vrachtwagens en kanonnen was op de weg terug van Frankrijk naar Nederland. Drie maanden lang hadden vierduizend jonge dienstplichtigen oefenoorlogen uitgevochten in La Courtine. De colonne deed vier dagen over de terugreis met twee tussenstops in Frankrijk en een in België. De tweede dag waren we op weg naar de kazerne in Mourmelon in Noord-Frankrijk. In de vrachtwagens heerste feestvreugde over het weerzien van vrouwen, verloofden, vriendinnetjes. Maar anderzijds werd er ook bang gesproken over het verloop van de Cubacrisis. President Kennedy had Rusland een vastberaden ultimatum gesteld om zijn raketten op Cuba te ontmantelen. Amerikaanse schepen hadden het eiland geblokkeerd, klaar om de Russische schepen, die beladen met raketonderdelen onderweg waren, tegen te houden. De derde wereldoorlog dreigde. Precies tijdens onze terugreis groeide de Cubacrisis naar een climax. Aangekomen op het kazerneterrein in Mourmelon gonsde er een buitengewoon verontrustend gerucht. Terwijl we onze tweepersoons puptenjes in het gelid opzetten, wist iemand te vertellen dat de thuisreis niet zou doorgaan. De colonne zou opdracht hebben gekregen om koers te zetten naar de oorlogsbestemming in Duitsland. Het gerucht deed zijn giftig werk onmiddellijk. Het kleine vuurtje laaide binnen een half uur op tot een uitslaande brand die het hele kampement in vuur en vlam zette.
Ik moet zeggen dat de legerleiding zeer adequaat handelde. Nog voor de avondmaaltijd werden de uiterst verontruste onderdelen afgemarcheerd naar de appelplaats om daar een officieel bericht aan te horen. De opuchting was enorm toen de de brigadegeneraal meedeelde dat het gerucht niet waar was. De tweede mededeling was dat Chroetsjov de naderende Russische schepen opdracht had gegeven de confrontatie uit de weg te gaan en rechtsomkeer te maken. De generaal eindigde zijn mededeling met een : “Eet smakelijk nannen”. Enkele dagen later, na thuiskomst, brak niet de oorlog maar de liefde uit.
De eerstte jaren na mijn militaire diensttijd woonde ik in mijn geboorteplaats Culemborg. Drie avonden per week nam ik de trein naar de stad Utrecht om de avondschool te bezoeken. De opleiding was gevestigd in een oud schoolgebouw aan het Domplein. Rond 23.00 uur wandelde ik dan, met een hoofd vol nieuwe kennis, terug naar het station en passeerde het Vreeburgplein. Op de hoek van dit plein, draaide 's avonds boven restaurant Smits altijd de spectaculaire lichtkrant van het Utrechts Dagblad. Van verre zag ik al dat er iets bijzonders aan de hand was. De mensen stonden stil en staarden ontzet omhoog naar het bericht dat rondtollend keer op keer in grote neonletters voorbijgleed. Aanslag gepleegd op president Kennedy. Voor zijn leven wordt gevreesd. Aanslag gepleegd op.......Na een minuut of tien verscheen het bericht: “President Kennedy overleden, president Kennedy overl........ En weer later: “Vice president Johnson geinstalleerd als president. Vice president Joh..............” Het leek alsof het lezend publiek ineens een grote familie was die collectief het bericht ontving over de plotselinge dood van een geliefde verwant. Het voelde heel onwezenlijk, alsof het niet waar was. Lange tijd stond ik daar verslagen tussen een toenemend aantal verdoofde onbekenden. In de laatste trein heerste doodse stilte.
Ierland is het land waar John F. Kennedy zijn wortels had. Daar waait altijd een frisse wind. Regen en zon zon wisselen er elkaar soepel af. Er is geen land ter wereld met zoveel regenbogen. En vanuit de hoekige Ierse gelaatstrekken stralen open optimisme, vrolijkheid en onverzettelijkheid je tegemoet. Ik ga er graag fietsen van oost naar west, met de russische zon in de nek en mijn kop in de wind gericht op het westen.
Go
Maak jouw eigen website met JouwWeb