Kermis
O wat keken we daar ieder jaar naar uit. Al weken tevoren hadden gemeentewerkers op het marktplein een soort quiz van kalkstrepen gemaakt aan de hand waarvan wij probeerden te raden welke attractie waar zou komen. De botsautootjes hadden een vaste plaats voor de kerk. Als jonge jongens stonden we halsreikend uit te kijken totdat de eerste exploitanten zouden arriveren. Want soms mochten we helpen bij het uitladen en opbouwen. Als salaris kregen we dan een paar vrijkaartjes. Ons grote marktplein in Culemborg werd in een dag omgetoverd tot een uitbundige plek van plezier . Het feest duurde een hele week tot ’s zaterdagavond twaalf uur. Op maandagmiddag vier uur ging het los.
Van de opa’s en oma’s , ooms en tantes en ook van vader en moeder kregen we kermisgeld. Met schade en schande moesten we leren de beperkte financiele middelen over vijf volle dagen uit te smeren. Zo was iedere nieuwe kermis naast het plezier ook een les in budgettering en zelfbeheersing. Sommige vriendjes draaiden hun geld er al in de eerste dag door. Anderen verdeelden het met veel verstand en draaien ieder dubbeltje tien keer om Achteraf kan ik vaststellen dat je toen al kon zien wie het leven zou leven met een aangeboren gat in zijn hand en wie de toekomstige bonusgenieters zouden worden.
Hoewel ik het een feest vond om naar te kijken durf ik zelf niet de zweef. Mijn moeder had me bezworen daar niet in te stappen omdat er met enige regelmaat kinderen uit zouden vliegen. Urenlang kon ik zuigend op een kaneelstok bij de botsautootjes staan om daar te loeren of een van mijn vriendjes er alleen in zat. Want kan probeerde ik een gratis ritje naast hem te bietsen. Een werkelijk wonder was de steile wand waar in het rond racende motoren aan de wand leken vast te plakken. Een plaats des onheils was de gokkast waar je met grijparmen kon proberen een glitterding uit een bak te hijsen. Iedere poging om je hebzucht te stillen werd onmiddellijk gestraft met een lege grijper en weer een kwartje minder.
De mooiste attractie vond ik de rups. Daar waren meerdere redenen voor. Een dichtgeklapte rups was een gelegenheid bij uitstek voor oefeningen in het zoenen met een vriendinnetje. Monden strak op elkaar, de tong kwam er toen nog niet aan te pas. En toch was het hartstikke lekker. Het was ook de kunst om er op tijd mee te stoppen want als de rups weer openging zou heel de goegemeente kunnen meegenieten. De tweede aantrekkelijkheid bestond uit de mogelijkheid om een gratis rit te verdienen. Daarvoor moest je een kwast bemachtigen die aan de onderkant van een op een neer dansende bal was bevestigd. Voor die kwast was je bijna bereid om uit je vel te springen. Maar als het lukte werd je even later door je vriendinnetje dubbel dwars beloond.
Ach wat was zo’n week gezellig. Opeens leek er geld te zijn voor van alles en nog wat. Geld voor een zuurstok, geld voor een oliebol of voor het touwtje trekken. Op de een of wijze werd je altijd getrakteerd door buren, bekenden of familie die je op de kermis tegenkwam. En soms zelfs door de pastoor of de kapelaan. Het was de enige keer per jaar dat mijn vader een biertje ging drinken in een cafe en mij meenam voor een glas ranja. Wat was ik trots op hem als hij in de schiettent voor mij een aapje bij elkaar schoot.
De zaterdagavond vormde het hoogtepunt. Dan leek het of iedereen op de been was. En wij zochten op de grond naar verloren dubbeltjes, kwartjes of toegangskaartjes. Aan de achterkant van de tenten lichtten we de dekzeilen op waar soms ook het een en ander van onze gading te vinden was. Dat moest wel want ons geld was al lang op. We moesten helaas al om tien uur thuis zijn. Maar vaak mocht ik ook daarna , onder begeleiding van mijn ouders nog een rondje kermis doen.
De zondagochtend was steevast een grote desillusie. Als we dan op weg naar kerk over het marktplein kwamen bleek negentig procent van de hele kermis al afgebroken en afgevoerd. De kermismensen, die wij in de loop van de week zo goed hadden leren kennen leken plotsklaps van de aardbodem verdwenen. Dat was het grote moment waarop wij al heel jong leerden dat het leven niet altijd kermis kan zijn.
Go Wammes, februari 2012
Maak jouw eigen website met JouwWeb