De straat
Tachtig jaar geleden kende Naarden nog een vrij schootsveld rond zijn stad. Op die manier kon de oprukkende vijand vanaf de vestingwallen met kanonnen en ander ontuig bestookt worden. Uiteraard mocht er in het schootsveld niet worden gebouwd. Er stonden wel enkele huizen maar die waren van hout. Zodra het nodig zou zijn moesten ze binnen vierentwintig worden afgebroken. Tachtig jaar geleden legden de militaire autoriteiten zich er eindelijk bij neer dat dit verdedigingssysteem achterhaald was. De vliegtuigen zouden immers gewoon over de wallen heen vliegen. Zodoende was er in de jaren voor de tweede wereldoorlog rond Naarden plotseling volop ruimte om mooie, breed opgezette Gooise wijken te ontwerpen. Op die manier ontstond ook het Rembrandkwartier.
Als je nu in die wijk wandelt krijg je het gevoel halfweg te zijn naar een een museum over de gouden eeuw. De brede lanen ademen de voornaamheid van oude glorie en dragen de namen van Hollandse schilders. Langs mooie waterpartijen bloeien in het voorjaar veelkleurige rododendrons. De treuwilligen roepen de gedachte op dat Rembrand, Rubens, Frans Hals en veel andere schilders aan hun voeten begraven zouden kunnen zijn en dat iedere herfst zijn bladeren zachtjes op hen laat neerdalen.
De Rubenslaan ligt aan het zogenaamde “Meertje van Vlek”, genoemd naar de familie Vlek die niet ver uit de buurt jarenlang een stoomwasserij exploiteerde. De langwerpige waterpartij beslaat de volledige lengte van de laan. Zwanen , waterkipjes en eenden zijn de vaste bewoners. 's Avonds zit de jeugd er vaak te hengelen. En in de wintermaanden is het meertje een bron van ijspret voor de hele wijk. Youp van 't Hek heeft er zijn jeugd gesleten. Hij beschrijft zijn belevenissen bij het Meertje van Vlek in het boek “Gooise meiden”. Dat waren meiden van stand waar zelfs Youp geen vat op kon krijgen.
O, onze heerlijke Rubenslaan. Twaalf jaar geleden besloten Trudi en ik onze al zeven jaar durende LAT-relatie te bezegelen met een tweede huwelijk. We kozen een goed moment uit om onze huizen in Loenen aan de Vecht en in Muiderberg te verkopen en gingen op zoek naar een woning die niet vol zou zitten met onze afzonderlijke herinneringen. We fietsten meer dan eens door het Rembrandkwartier en verlekkerden ons aan de ruimte, het groen en de rust. Zou zoiets moois voor ons weggelegd kunnen zijn? In die tijd moest ik vaak denken aan het liedje: “Als je voor een dubbeltje geboren ben dan word je nooit een kwartje”. Zelf was ik van huis uit de zoon van een eenvoudige rooms katholieke polderwerker terwijl Trudi een loot was uit een Amsterdamse socialistenfamilie. De na-oorlogse welvaart had ons beiden een mooie carrière laten maken. Zou onze rooms-rode coalitie de weelde van een huis in het Rembrandkwartier aankunnen? En dan een andere belangrijke vraag die een rol speelde: “Zou mijn patriarchale inborst niet te hard botsen met die van een geëmancipeerde vuurrooie vrouw?
En ja hoor, het geluk was in veel opzichten met ons. Van onze zoon kregen we het signaal dat de ouders van een schoolvriend zouden emigreren en dat hun huis aan de Rubenslaan misschien te koop zou komen. We sloegen snel toe. Al een week later waren we de trotse bezitters van een vooroorlogs huis in 't Gooi, inclusief de originele stijlelementen van de Amsterdamase school. In de warmte van dit huis versmolten onze achtergrondsverschillen. Maar het zijn sterke schouders die zo'n weelde kunnen dragen. Voorlopig zijn die van Trudi het sterkst. Ze heeft nog net zo'n slank figuur als in onze beginjaren. Zelf zou ik nu een weelderig object zijn voor de Rubensschool. Dat moet veranderen want het zou doodzonde zijn als we hier niet samen nog lang zou kunnen genieten van ons kwartje.
De straat draagt uiteraard alle kenmerken van een een Gooise straat. De VVD haalt in onze wijk de grote meerderheid van stemmen. Onze eigen Partij van de Arbeid komt er maar zeer bekaaid af. In het begin voelden ons een vreemde eend in de bijt. Op de dagen van Oranje waren wij , republikeinsgezinden, de enigen die niet de vlag uitstaken. Vier dagen na Koninginnedag is deze bij ons trouwens wel als eerste halfstok om op vijf mei voluit te wapperen. Bij de dodenherdenking is ieder onderscheid verdwenen en staan we schouder aan schouder met onze buren. Die solidariteit is er ook tijdens de oranjeborrel op 30 april wanneer onze straat is afgezet, een draaiorgel speelt, sate's worden geroosterd en de drank rijkelijk vloeit. Wel blijft onze tien jaar oude Volkswagen schril afsteken bij de B.M.W.'s, Mercedesen en Jaguars. Sommige lieden in de straat trekken hun wenkbrauwen op bij de permanente aanblik van de witte Volkswagen-Transporter waarmee ik regelmatig hulpgoederen naar Roemenië breng. Want dat oude vehikel, dat meest van de tijd gewoon in de straat staat geparkeerd, zou best eens afbreuk kunnen doen aan de status van het onroerend goed rond ons meertje.
Ik denk dat het leven in onze straat niet veel verschilt van dat in de meeste straten. Van de jonge gezinnen werken de meeste vaders en moeder beiden om de torenhoge hypotheeklasten en de kosten van de kinderoppas op te kunnen brengen. Iedere ochtend rond 9 uur kom er een mevrouw langs met een bende viervoeters van de hondenoppascentrale. Bij de ouden van dagen stopt regelmatig het autootje van de alfa-hulp. Regelmatig wordt er ergens gerenoveerd en staat er een een bouwcontainer. Schildersbedrijven komen en gaan evenals de glazenwassers. Ook kan onze wijk bogen op de laatste der scharensliepen. Het is een slijp- en praatgrage mannetje dat een onberispelijke blauwe overal draagt. Hoewel hij al vele jaren is gepensioneerd, spinnen de slijpmachines in de kofferbak van zijn auto onvermoeibaar. Hij berekent € 1,-- per mes of schaar. De eurootjes stromen gestaag binnen. Dit authentieke manmensje voelt zich uitstekend thuis in deze dure wijk.
Verder gaat alles in de straat zijn gangetje. Er worden kinderen geboren, sommige ouderen gaan hemelen. Als de buurman een nieuwe auto koopt heeft de andere buurman er twee maanden later ook een. Af en toe wordt er bij iemand in de straat een wijnproeverij georganiseerd en dan worden we allemaal uitgenodigd ter verhoging van de omzet. Collectanten komen langs de deur. Met Sint Maarten en Driekoningen komen groepjes kinderen met lampions en vragende oogjes aandoenlijk hun liedjes zingen. Omdat velen het te druk hebben voor tuinonderhoud is ook de hovenier een veel geziene gast. Op oudejaarsavond wordt er na twaalven buiten uitbundig gekust en geklonken met bubbeltjesdrank. De straat schiet voor enkele duizenden euro's de lucht in. Daarna drinken we nog links en rechts een borrel en zuigen aan de laatste zalmhapjes.
Als de kredietcrisis ons niet in de armoede stort zal onze straat bij leven en welzijn volgend jaar om deze tijd wel weer dezelfde zijn. En als dat niet geval is worden we weer gewoon een dubbetje.
26 oktober 2008.
Go Wammes.
Maak jouw eigen website met JouwWeb