AMBROSIUS en de zondeval

De corpulente haan heeft na enig gescharrel een plekje gevonden in het kippenhok. Als een jongetje dat voor het eerst naar school is gegaan zit Ambrosius in het klasje van de diëtiste. Ze heeft een zuinig mondje en heet Olijfje. Zijn klasgenoten zijn tien welgevulde dames die de maand december net als hij te hartstochtelijk van culinaire zonden hebben geleefd. Ondanks de geestverwantschap voelt hij zich ongemakkelijk.

Ze kijken hem nieuwsgierig aan

Het liefst zou hij zich nu verstoppen

Maar zijn hoofd en pinkelman

Beginnen toch te pollewoppen

Olijfje staat met opgeheven vingertje voor het schoolbord. Met een hagelbui onheil striemt ze de koppen van de cursisten. Er komt een gevarieerd palet van verschrikkingen op hen neer zoals vette harten, kanker, versleten knieën, beroertes en dichtgeslibde bloedvaten. Ook cellulitis en blubberbillen blijven niet ongenoemd. Met een satanisch glimlachje sluit Olijfje de sessie af met een exposé over suikerziekte en afgezette ledematen.

Welkom bij dieetclub “Corpus Laudamus”

Wij zijn de mollige dames

Van Corpus Laudamus, van Corpus Laudamus

Wij houden heel veel van schransen,

We willen weer kansen, en willen graag sjansen

Maar af en toe dan voelen we ons klojo

Dan gaan we met zijn allen aan de jojo

Ambrosius allez ,

doe maar gezellig mee!

Van je …….pingelepingelepingelepingelepong. 

He klasje is gehuisvest in de sportschool. Na Olijfjes peptalk, de weging en de vetmeting begeeft de club zich in optocht naar de fitnessruimten waar ze de weg zoeken in een woud vol trimrobots. Op deze toestellen beult een legertje goed getrainde lijven zich af op het ritme van opzwepende muziek. Daartussen vormen de transpirerende dikkerds een rood aangelopen puffend gezelschap. Ze zullen deze schaamte voorlopig moeten doorstaan. Olijfje en de bedrijfsleider kijken tevreden toe. Dat maakt dan elf stuks driemaands abonnementen.

De onmatigheid van Ambrosius beperkt zich niet tot culinaire lekkernijen. Zijn aandacht gaat ook met meer dan gewone interesse uit naar de welgevormde hocky-, roei- en atlethiekdames die hier aan wintertraining doen. 

Appelkontjes, perentieten

Trekken aan zijn oog voorbij

Maar het zijn verboden vruchten

Dus denkt hij maar aan balkenbrij. 

De driemaandse vasten begint meteen fors met een ontslakkingsregiem. Dat betekent zeven dagen van slechts 500 calorieën per dag. ‘s Ochtends een knackebrodje met hutenkäse en een mandarijntje. ’s Middags een geroosterd sneetje brood met rauwkost en fruit. ’s Avonds een geraffineerd samengestelde vegetarische hap. Eén troost: heldere groentesoep is onbeperkt toegestaan. Gelukkig staat Ambrozia vierkant achter haar echtgenoot en zet emmers soep voor zijn neus. Op de deur van de koelkast heeft ze een lijstje geplakt:

Hoofdzonden

Met spijs gevulde krentbroden

Zijn net als vet en room verboden

Gerookte worst komt niet van pas

Mayonaise snel vergeten

Lapjes spek, nu niet meer vreten

En alcohol gaat in de ban

Geen bramenwijn meer in de kan.

En van die vrouwen blijf je af!

Olijfjes helse vetmeetmachine heeft Ambrosius verteld dat hij moet vrezen voor zijn leven. De weg naar zijn streefgewicht is liefst dertig kilo. Langs de linkerkant van die weg staan oliebollenkramen. Langs de rechterkant ziet hij een rij crematoria en fabrieken die doodskisten maken.Hij voelt zich Odysseus, die de schier onmogelijke taak had om in een storm te laveren tussen Scylla en Charybdis. Hoewel het leven hem ongelovig heeft gemaakt besluit hij voor alle zekerheid toch een gebed naar de Olympus te zenden:

Barmhartige Zeus,

In het ootmoedige besef mijner tekortkomingen

werp ik mij, uw dienaar Ambrosius, voor uw aanschijn terneder.

Zuig me in godsnaam niet omlaag

En verlos me van de draaikolken in de Straat van Messina 

Voor de dames van Corpus Laudamus is het niet veel anders. Olijfje vindt dat ze de eerste week een beetje moet verzachten. Daarom heeft ze een teken van liefde beloofd aan degene die het meest is afgevallen. De trofee is een door haarzelf gemaakte donkerrode roos van zachte zijde.

Ambrosius eerste klap is drie kilo waard. “Dachten wij het niet”, zeggen de dames. “Als er mannen in spel zijn leggen wij altijd het loodje”. Bij de meesten blijft de wijzer van de weegschaal onverbiddelijk staan op hooguit één kilo minus. Alleen Eva, die in de afvalrace Ambrosius grootste concurrent zal worden, komt op twee kilo. Ze glanst van trots.

Onder heel wat aaah’s en oooh’s

schenkt hij grootmoedig haar zijn roos.

Voor de anderen gooit Olijfje nieuw gereedschap in de strijd: haar winkeltje met maaltijdvervangers. Er is speciaal een gladde mijnheer van Groningen naar Bussum gereisd om een verkooppraatje houden. Kopers kunnen er letterlijk en figuurlijk slank van worden en de verkopende partij vet. Om die reden beschouwt Ambrosius de maaltijdzakjes met veel argwaan. Er is misschien niks mis mee maar hij kan er wel vijf tegelijk op.

Na de eerste week worden de dames voor de rest van de cursustijd op een dieet gezet van 1200 calorieën. Mannen mogen 400 méér. Ambrosius is tevreden want dat scheelt per dag een flinke biefstuk. De dames vinden het niet eerlijk. Deze keer neemt Olijfje Corpus Laudamus mee naar Albert Heijn waar het ’s avonds tussen acht en negen niet zo druk is. De klanten die er wel zijn verbazen zich over het kippenhok dat bij iedere schap kakelt over de calorische waarde van de voedselsoorten. Olijfjes belangrijkste favoriet is spinazie dat door haar partner in grote hoeveelheden schijnt te worden gegeten. Bij de afdeling sauzen heeft ze een gemakkelijk te onthouden advies: rood is goed, wit is slecht. Aan het eind van deze sessie kan niemand meer zeggen dat hij of zij wordt gehinderd door gebrek aan kennis.

Het lijkt of Ambrosius de gevraagde genade ontvangt. In de dagelijkse strijd gaat hij zijn vijanden niet uit de weg maar kiest voor de aanval. Op feesten en verjaardagen staat hij frontaal voor de lekkernijen en voegt hen toe: “Ik krijg hem klein, die magere Hein.” Tal van andere trucs past hij toe. Zo eet hij bij voorbeeld alleen uit een kinderbordje want daar gaat niet zoveel op. Soms zet een gastvrouw een te overdadig beladen bord voor zijn neus. Dan schuift hij het overtollige voedsel apart en bestrooit het hoopje rijkelijk met zout en peper.Verder heeft hij zich aangeleerd om met stokjes te eten. Dat gaat langzamer en bovendien is het lastig pinda’s peuzelen.

Na zes weken is Corpus Laudamus gehalveerd. Ambrosius voelt zich een beetje schuldig want hij denkt dat de dames afknappen op zijn enorme succes. Olijfje stelt hem gerust. Het blijkt dat steeds dezelfde vrouwen beginnen en er ook voortijdig mee stoppen. Maar Eva houdt dapper vol en krijgt loon naar werk. Ze heeft nu thuis een volle vaas met rozen die ze allemaal van Ambrosius heeft gekregen.Op de sportschool fietsen, roeien, rennen en transpireren en stimuleren ze elkaar. Aan het eind van de cursus zijn ze nog maar samen over. Ambrosius is dan twintig kilo kwijt en Eva vijftien. Ze zullen proberen de laatste loodjes er op eigen kracht af te krijgen, Met gulzige klapzoenen nemen ze afscheid. De volgende dag bezorgt de bloemist in opdracht van huize Eva bij huize Ambrosius een dikke bos dankbare rozen. Ambrozia neemt ze in ontvangst en denkt er het hare van. 

Het is zomer en Ambrosius wandelt over de Bussumse weekmarkt. Bij de reformkraam kiest hij weloverwogen zijn wekelijkse natuurvoedingsproducten.En plotseling ziet hij haar weer, het stroblonde vrouwenhoofd. Zijn Eva staat bij de visboer. Terwijl ze gebiologeerd staart naar een houten bak waarin tussen zaagmeel de laatste paling kronkelt, peuzelt ze een bakje kibbeling.Als een betrapte bakvis gaan haar blauwe ogen schuw van de stukjes kabeljauw naar Ambrosius. Er zit een kloddertje knoflooksaus op haar lip. Ambrosius kijkt haar aan met het verlangen van een hongerig mannetjeshert. Net voor ze zich verslikt weet ze nog uit te brengen: “Wil je ook een stukje?”. Heel het universum zag dat Ambrosius zich op dat moment verloor in zonde. Hoog in het heelal juichten Aphrodite en al haar stralende sterren. 

Naarden, februari 2006

Go Wammes

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb