Het kippenhok
Mijn vrouw Trudi heeft gouden handjes. Daarmee timmerde ze ooit een alleraardigst kippenhuisje meteen mooi puntdak en kunstige gegolfde daklijsten. Het huisje wordt al wat jaartjes bevolkt met drie tot vijf krielkippen die de namen dragen van haar vriendinnen in het nonnenklooster, zoals Marcela, Theresa, Julia, Valeria en Susanna. Ooit hadden we ook een haan die vernoemd was naar de rector van het mannenklooster, Laurian.
De haan was wel een probleem. Uiteraard hadden we hem niet aangeschaft zonder een akkoordverklaring van onze buren. Toen de jongeman voorzichtig pogingen deed om te kraaien bleek zijn stem zo schor en vals dat het pijn deed aan Trudi’s muzikale oor. En als dat ook nog gebeurt bij het krieken van de dag, midden in een aangename droom, wordt zo’n vogel in plaats van een troeteldier een ware Pestkop met hoofdletter. We hebben gelukkig voor de haan een goede nieuwe baas gevonden die er graag mee wilde doorfokken. Want liet zijn stem te wensen over, de verenpracht van deze rasechte belgische basette was veelbelovend.
Maar goed, enkele weken na aanschaf van de eerste jonge nonnetjes begonnen ze eieren te produceren. De eersten waren zo klein dat er drie nodig waren voor een heerlijk omeletje. Gelukkig legden ze nogal straf zodat we de eitjes na een poosje moesten uitdelen aan de buren. Die buren moeten er ook aan te pas komen als we met vakantie gaan. De heerlijke eitjes uit eigen kippenhok bereiden ons leuke feestjes en zijn een bron van gezellige gespreksonderwerpen.
Suzanna heeft een grote behoefte aan moederschap, ze is om de haverklap broeds. En het valt niet mee om die natuurlijke aandrang te beteugelen. Van een echte kippenboer leerden we dat dit alleen maar kan op een nogal hardvochtige manier. Je zet ze in een kooitje, je hangt dat kooitje aan de waslijn waar de koude wind onder haar kont door kan waaiden. Op die plek laat je haar drie dagen klagend tokkelend hangen zonder eten of drinken. Dit paardenmiddel werkt uitstekend. We hebben ettelijke keren uit medelijden geprobeerd de procedure te bekorten tot twee dagen maar dat werkte niet. Ze ging dan onmiddellijk weer met een uitdagende kop op het nest zitten.
Eenmaal heeft die broedsheid Suzanna geluk gebracht. Terwijl zij hoog en droog aan de waslijn hing verscheen in holst van de nacht zomaar midden onze wijk een heusche vos. Deze Reinaert beet de andere drie zusters op stok dood, sleepte ze weg, begroef er twee in de tuin van de buren en verdween met de derde naar zijn hol bij het Naardermeer. Toen hebben we Suzanna oprecht kunnen troosten. Bij een goede fokker van raskippen haalden we acht bevruchtte eieren waar de aanstaande moeder direct bovenop ging zitten. En zie, na drie weken scharrelden er tussen haar veren acht kuikentjes.
Voor ons brak toen een leuke tijd aan. Het was fantastisch om het gekrioel en het eindelijk bekroonde moederschap van Suzanna vanaf onze keukentafel in de serre gade te slaan. Na een week of vier werd duidelijk dat de toom kuikens bestond uit vijf haantjes en drie hennetjes. De haantjes onderscheidden zich door rode hangwagentjes en een dominerend rood kammetje. Na enige tijd werd het hanige gedrag onhoudbaar en moesten we een maatregel nemen waar de Partij voor de Dieren het zeker niet mee eens zou zijn.
Zelf ben ik een jongen van het platte land en heb in mijn jeugd vaak gezien hoe mijn vader, opa’s en oma’s, oom’s en tantes regelmatig een kip een kopje kleiner maakten. Dat ging met een hakbijl op een houten blok. Na de onthoofding plachtten de lichamen nog enige tijd in het rond te rennen. Zelf heb ik daar later een veel handiger manier op gevonden die ik nu ga beschrijven. Als u er niet tegen kunt moet u de volgende twee zinnen overslaan. Een kip heeft een zeer kwetsbaar nekje, niet dikker dan een flink potlood. Dat nekje knip ik in een fractie van een seconde door met mijn snoeischaar.
Moeder Suzie, zo noemen we haar inmiddels, miste haar zonen niet en schonk verder alle aandacht aan haar drie meisjes. Een aantal weken later vond ze het welletjes en was van mening dat haar koost maar op eigen benen moest gaan staan. Dat maakte ze duidelijk door haar kinderen in de nek te pikken waardoor ze verder uit haar buurt bleven.
Het was ongeveer een jaar later toen een van de jonge kippen onaangekondigd dood in het nest lag. Ondertussen ging de broedsheid van Suzanna gewoon door en stopten we haar weer regelmatig in het strafkooitje. Een paar weken geleden werd een van de anderen ziek. Dat hebben we een paar dagen aangekeken maar ze verzwakte zodanig dat ik haar maar volgens de hierboven beschreven methode naar de kippenhemel heb geholpen.
Maar daardoor was het kippenkoor wel gedecimeerd tot twee. Twee dagen geleden hebben we drie prachtig getekende kippetjes gekocht van het merk Hollandse Kriel. Ze zitten tegen de leg aan en misschien vinden we op Pasen de eerste eitjes. Suzanna en haar dochter moeten wel erg wennen aan de drie nieuwkomers. Om te voorkomen dat ze te veel worden gepikt spuiten we ’s avonds in het donker een wolk deodorant over hen heen. Daardoor blijft dezelfde nestgeur aan hen kleven en dat schijnt volgens kenners goed te helpen. We geven onze nieuwe krieltjes geen nonnennamen meer maar noemen ze Mietje, Pietje en Sofietje.
Volgend jaar, in de week voor Pasen, hoort u bij leven en welzijn meer over de lotgevallen van Mietje, Pietje en Sofietje.
Goede vrijdag 2013
Go
Maak jouw eigen website met JouwWeb