Trudi’ s dagboek
Vol verwondering over zoveel mooie onbekende cultuur kozen Trudi en ik Roemenië uit als ons eerstvolgende vakantiedoel. Onze eerste eerste Roemeense taallessen kregen we van onze Roemeense plaatsgenote Maricica. Tijdens ons verlijf probeerden we zoveel mogelijk bij mensen thuis te logeren. En natuurlijk bezochten we het zusterklooster van de Basiliënnen in Cluj-Napoca. Daar mocht ik als man met Trudi bij hoge uitzondering in een klein zusterkamertje slapen. ´s Ochtens om zes uur werden we niet gewekt door een ratelende wekker maar door een zingend nonnenkoor. Een hemelse lokroep om naar de kapel te komen Misschien was dat wel het moment waarop Roemenië definitief ons hart stal.
Toen we zeker wisten dat dit prachtige gastvrije land een belangrijke rol in ons leven zou gaan spelen besloten we de Roemeense taal echt te leren. Afgezien van een studie aan de Universiteit van Amsterdam bleken er in Nederland geen goede opleidingen te bestaan. Trudi, van professie verpleeghuisarts, werkte in die tijd free lance. Zodoende was ze in de gelegenheid om in de zomer drie maanden vrij te maken om te gaan studeren in het klooster van Marcela in Cluj Napoca. Maar dat ging niet zonder meer. Waarom wil je Roemeens studeren? Waarom wil je dat bij ons doen? De zusters moesten er over vergaderen. Bine ati venit hadden de Basiliënnes tenslotte gezegd, wat in het Nederlands wil zeggen: “Van harte welkom”. De zusters hadden geen moeite met Trudi’s atheïstisch humanistische levensbeschouwing. In de eerste plaats zijn we mensen, in de tweede plaats katholiek en pas in de derde plaats non zeiden ze. Bovendien ben jij een goed mens, dus ben je voor ons Christen. Zo namen Veridiana, Marcella, Theresa , Augusta, Brigitta, Francesca, Valeriana, Laurentia, Maria, Melania, Bernadetta, Rosina, Juliana, Josefa, Varvara, Angela en alle andere “ana’s, ia’s en etta’s” haar onvoorwaardelijk op in hun gemeenschap. Niet als postulante in opleiding maar als een op hun weg geplaatst wezen uit vreemde verten die zij later Trudi-ana noemden. Trudi kreeg twee taken. Studeren en het geven van Engelse les aan de nonnen en de kinderen van de kleuterschool. Het was zomer 2001.
De kleuterschool is gevestigd in een oud herenhuis dichtbij het centrum van de stad. De woning was vroeger eigendom van een huisarts die in zijn laatste levensjaren liefdevol werd verzorgd door de zusters. Uit dankbaarheid vermaakte hij de woning met de voorname antieke inboedel aan het klooster. Toen ik voor de eerste keer in het huis mocht logeren was een van de kamers ingericht als kapel. Daarnaast was de logeerkamer, kennelijk de voormalige spreekkamer de van arts. Het enorme antieke bureau vormde nu een soort altaar met een groot wit kleed. In het midden een mooi vierkant tabernakel bedekt met een beige zijden gewaad voorzien van ragfijn borduurwerk. Daarnaast zilverkleurige kandelaars met kaarsen en erboven het onvermijdelijke kruisbeeld. Het betreden van de kamer en het idee om hier te slapen voelde een beetje als heiligschennis. Dat gevoel verdween toen ik het borduurwerk optilde en ontdekte dat het tabernakel bestond uit een beeldscherm met toetsenbord
De zusters besloten in 1999 om in het artsenhuis een kleuterschool te starten. De school werd in sneltreinvaart razend populair. Het begon met één klas van 16 kinderen. Toen Trudi-ana “intrad” waren er al drie klassen. En nu, anno 2005 zijn ook het souterrain, de kapel en de logeerkamer omgebouwd tot klaslokalen. Vijfentachtig kinderen krijgen in het huis hoogwaardig onderwijs van jonge, goed geschoolde zusters.
De lange periode van Trudi’s afwezigheid heb ik in Nederland vaak moeten verklaren. Men vroeg zich af of er iets mis was met ons huwelijk. Boze tongen beweerden dat een scheiding op handen zou zijn. Het was niet onbegrijpelijk dat “men” dat dacht. Onze zesjarige living apart together-aanloop naar ons tweede huwelijk had zich voor de ogen van onze omgeving afgespeeld als een knipperlichtrelatie, aan-uit-aan-uit. Voor onszelf was het een ontdekkingsreis naar veel gemeenschappelijke noemers. Na een reeks venijnige persweeën wisten we dat we niet meer buiten elkaar zouden willen. Zelf heb ik een streng katholiek verleden. Trudi heeft een strijdbare rood-socialistische achtergrond. We besloten toen een soort Rooms-Rode coalitie aan te gaan. Professor Romme en vadertje Drees konden immers ook samen door één deur. We realiseerden ons terdege dat we af en toe even naar lucht zouden moeten happen. Daarom beloofden we elkaar altijd de vrijheid te zullen geven die de ander nodig heeft. Trudi verheugde zich op haar Roemeense avontuur en ik was blij voor haar. En ik was trots op de huwelijkse voorwaarde waarvan ik toen al wist dat ik er later zelf ook een beroep op zou doen. Onze gemeenschappelijke liefde voor Roemenië zou een extra bindmiddel worden.
Op 20 april 2002 werd Trudi.bij het treinstation van Cluj afgehaald door Marcela. Uit haar dagboek blijkt dat haar leven bij de zusters te enerverend was om mij te missen. Ik laat haar nu zelf aan het woord.
Zondag, 22 april
Vanochtend, terwijl de zusters de mis zongen, mijn huiswerk gedaan. Twee uur bezig geweest met vertalen. De zusters moeten nuchter blijven voor de communie. Dus alleen ontbeten onder het wakend oog van Andrea. Bij de lunch zit ook de pater aan die de mis heeft geleid: Ermile. Het eten is eenvoudig. Vandaag rijst met vlees en augurken als groente. ’s Middags altijd soep vooraf. Speciaal voor mij een kopje koffie na. Gisteren aardappelpuree, vlees en augurken. Bij het avondeten eten we auberginesalade die erg lekker is op brood. Vandaag is Augusta jarig. Ze is 30 jaar geworden. Na de lunch wordt ze toegezongen. Maria maakt er een prachtige act van waarbij ze Augusta hult in wierrookdampen. Na de lunch lopen we naar de kleuterschool, Marcela, Theresa en ik. Onderweg woordjes gerepeteerd, vooral namen van bloemen. In de crèche samen koffie gedronken en de bloemennamen opgeschreven. Dan ga ik met Theresa naar de stad, naar de Grieks Katholieke kathedraal waar Andrea werkt. We communiceren nog gebrekkig maar het gaat. Theresa vertelt dat ze 32 jaar is. De parochianen schenken met Pasen wijn aan de kerk. Dus drinken we een glaasje. Af en toe komt er iemand binnenlopen en krijgt brood.
23 april, maandag
Vandaag is het nog een feestdag voor de nonnen. Ik ontbijt opnieuw alleen. Daarna naar de kleuterschool. Om negen uur begint mijn eerste Engelse les aan de kinderen. De oudste 2 groepen houden het ongeveer 20 minuten vol, de kleintjes maar 10 minuten. Daarna krijg ik zelf les. Bespreken van mijn vertaling, uitspraak en vertaling van Roemeens naar Engels. De nieuwe grammatica die Marcela wil uitleggen is heel ingewikkeld en komt nog niet over.
’s Middags met Marcela gesproken over het leven in Roemenië, onze families en dergelijke. ’s Ochtends is er een theaterspel geweest voor de kinderen. Naar aanleiding daarvan maken we een lijst met namen van dieren. Wanneer ik naar het klooster terugwandel blijkt het al zes uur te zijn. Om 19.30 uur avondeten. Maria heeft een opschrijfboekje voor Engelse woorden meegenomen. Ze heeft ook een artikel over legalisatie van euthanasie. Ik kan een gesprek hierover nu nog afhouden. Het taalbegrip over en weer is absoluut onvoldoende voor zo’n beladen onderwerp. Bovendien vind ik het moeilijk om in deze groep mijn standpunt naar voren te brengen. Nonnen zijn geen voorstander van euthanasie lijkt me zo. Terug op mijn kamer werk ik me door mijn huiswerk heen en heb het dan wel gehad voor vandaag. Voel me weer helemaal student.
24 april
Paar boekjes gekocht: Winnie de Pooh en Asterix in het Roemeens. Na een drukke dag terug op mijn kamer genoeg puf om brieven te schrijven. Om 19.30 gegeten: mamaliga(polenta) met kaas en spekjes, spinazie erbij en lenteui. Daarna met Maria door de stad gefietst. Koude wind maar toch wel lekker. Iedereen doet ontzetten zijn best om voor me te zorgen
26 april
Een jonge pater met een baard uit een mannenklooster in de bergen komt langs. We maken een afspraak voor een bezoek aan hem en zijn broeders. Hij heet Laurian.
Na de lunch geeft Macrina me een briefkaart in het Duits met het verzoek om die te vertalen. Het blijkt om een uitermate religieuze tekst te gaan die in het Engels vertaal. Marcela vertaalt het dan naar het Roemeens. Zo helpt de lamme de blinde.
’s Avonds aan tafel is er alleen Andrea. Ik voel me buitengewoon onmachtig om me uit te drukken. Na het eten belt Go opeens, dus toch nog kunnen praten. Daarna komt moeder overste Veridiana langs. Zij spreekt ongeveer net zoveel Engels als ik Roemeens. Maar samen komen we er wel uit. Veridiana probeert me les te geven maar ze begrijpt mijn problemen met de wederkerige voornaamwoorden niet. Ze legt veel uit maar dat helpt niet echt. Waarschijnlijk moet ik het al doende leren. Ben vanavond erg moe en heb het gevoel dat ik in de laatste paar dagen erg weinig heb bijgeleerd. Wel losse woordjes, maar elke zinsconstructie gaat fout. Iedereen vertelt doorlopend hoe moeilijk de grammatica is, maar daar schiet ik natuurlijk weinig mee op.9 april
Dit weekend moeten we naar een groot feest in de plaats Lugoj waar een gerenoveerde kathedraal van de Grieks-Katholieke kerk wordt ingewijd. Zaterdagochtend half zes opgestaan voor een reis die zes uur duurde. Het eerste dat in het minibusje werd gedaan was bidden voor een goede reis. Voorin gezeten met Veridiana en Marcella. In de verte bergen met sneeuw. Lugoj ligt in de Baiat, in de provincie Timisoara. We arriveerden in een klein klooster waar 6 nonnen wonen. Direct na aankomst is de eerste gang naar het knusse kapelletje om te danken voor de voorspoedige reis. We eten sarmale: koolrolletjes die zijn gevuld met gehakt en rijst. Daarna wandel ik met Marcela door de stad. We bezoeken het episcopaat, een mannenklooster waar de bisschop woont. Later in de kathedraal, zingen de nonnen de mis. Na afloop daarvan ben ik meegegaan naar het episcopaat om in de keuken te helpen bij de afwas. Boven eten 50 mensen. De keuken heeft twee vierpits gasfornuizen en twee tamelijk lage kleine spoelbakken met alleen een koudwaterkraan. Totaal zijn we met 14 vrouwen waarvan een deel kookt en bedient en we met vijf de afwas doen, gebogen over een teil warm water op een krukje. Er zijn drie gangen Als de heren aan het nagerecht zijn begonnen eten we gezamenlijk beneden naast de keuken. ’s Avonds zie ik mijn nonnen voor het eerste zonder sluier, dus met losse haren en in T-shirt. Om half elf iedereen flink moe in bed gerold
30 april, zondag
Na het ontbijt lopen we naar het episcopaat. Daar verzamelt iedereen zich voor de processie. Ik sta temidden van bisschoppen uit Cluj en Baia Mare, de patriarch van de orthodoxe kerk en het hoofd van de reformatorische kerk. Achter het zingende koor loop ik met de nonnen de processie, af en toe er tussenuit glippend om foto’s te maken. Bij de kerk aangekomen staan we vooraan op het bordes. Heb fantastisch uitzicht op de bisschoppen die het kerkplein en de kerk wijden en schiet met mijn spiegelreflex mooie foto’s. Dan met veel gedrang de kathedraal binnen. Ik werp mijn gewicht in de strijd om de nonnen en kinderen te beschermen tegen de opdringende meute. Zit tussen de nonnen op gereserveerde plaatsen. Het koor zingt mooi. Het duurt lang, temeer daar ik van de preek en de toespraken niets versta. Achteraf blijkt dat er goed gesproken is. Met name de patriarch van de orthodoxe kerk heeft de geschiedenis geschetst. In 1948 hebben de orthodoxen de kathedraal, net als zovele andere kerken, overgenomen van de toen verboden Grieks-Katholieke kerk. Na de revolutie hebben ze deze kerk als eerste teruggegeven. De staat waarin hij verkeerde moet erbarmelijk geweest zijn. De kerk is nu prachtig gerenoveerd met geld van Basilianen uit de Verenigde Staten.
Om 2 uur is de mis eindelijk afgelopen en gaan we naar het klooster voor de lunch. Koolsoep van het vocht waarin de sarmale gisteren is gekookt. Veridiana en Justina, de beide moeder-oversten, eten samen met belangrijke heren een uitgebreide maaltijd voor 150 personen. Wij rusten wat. Om half vijf komt Veridiana thuis en worden we allemaal wakker. Laurentia is nog in pyjama wanneer de komst van de nuntius en de Bisschop wordt aangekondigd. Nerveus en giechelend wordt de kamer snel op orde gebracht en Laurentia schiet in de kleren. Het bezoek is kort. Ik heb me afzijdig gehouden. Bij het vertrek krijg ik van de bisschop een hand en een bidprentje. Hij zal zich wel afvragen waarom ik als enige de ring om zijn vinger niet kus. Om 18.00 uur vertrekken we. Weer bidden in de auto. In Alba Julia wordt gestopt en voor iedereen een ijsje gekocht. Onderweg worden Marialiedjes gezongen. Als de duisternis invalt komen de schietgebedjes. Om 22.00 uur thuis voor een laatste hapje en dan naar de kamer.
Totaal niet bij stilgestaan dat het vandaag in Nederland koninginnnedag was.
1 mei
Ik wordt al af en toe aangesproken met sora (zuster) en mijn grapje dat ik maica(moeder overste) was toen ik in Lugoj aan het hoofd van de tafel zat, wordt vrolijk herhaald. Ze vinden het heel mooi dat ik in Lugoj mijn kleding zodanig had aanpast dat ik één van hen was. Verder voelt het ook als leven tussen vriendinnen, hoewel het ook duidelijk is dat er gevoeligheden liggen.
Het is vandaag een vrije dag. Geen kinderen naar school, mensen vrij, winkels dicht. Na het ontbijt naar de kleuterschool gegaan waar alles nog in rust was. Anna deed open in pyjama.
Inmiddels kwam ook Augusta te voorschijn. Zonder sluier blijkt ze een prachtige krullenbol te hebben. Ze leek zich echter ook te generen dat ik haar met onbedekt hoofd zag.
6 en 7 mei
Pater Laurian haalt me op. Hij gaat naar zijn klooster in Moliset, zo’n 120 kilometer naar het noorden. en kan me afzetten in het plaatsje Tirgu Lapus waar ik dit weekend de gast zal zijn van onze goede Hongaarse vriend Josi Herbst, zijn vrouw Maria, zijn ouders Josif en Julia en hun kinderen Josi en Pierre. We hebben hen leren kennen tijdens onze eerste reis met Pierre.
Op weg daarheen stoppen we in een klein plattelandsdorp waar Laurian’s ouders wonen. Daar hebben we gegeten: slurpsoep met slierten, kippenpoot en aardappelpuree, gebak na, tuica (pruimenjener) op tafel. Het huis had twee ruimten: een woonkamer en een keuken. In de kamer twee bedden haaks op elkaar, een eettafel met drie doorgezakte stoelen ertussen gepropt. Aan de muur heilig hart-schilderijen en Jezus in de hof van olijven. Alles zag er zeer Roemeens, dus afgeleefd uit. Geen stromend water. Een stilletje achter de schuur en handen wassen in een teiltje water. Mestvaalt naast de schuur, kippen op het onverharde erf alsmede een gevaarlijke kettinghond en een grote ketel voor het destilleren van de pruimenjenever. Dit tafereel zou ik nog vaak zien als we de kleine boerenfamilies thuis bezochten. De mensen zelf zien er in hun oude kleren trouwens 10 tot 15 jaar ouder uit dan ze zijn.
Om 16.00 uur bij de familie Herbst aangekomen. Zeer hartelijke ontvangst. Kleine Pierre, vernoemd naar zijn Nederlandse peetoom, is een prachtig jongetje. Kleine Josi vindt het bezoek leuk en ik bekijk met hem diverse spelletjes op de computer en lees kinderboekjes voor. Mijn vreemde tongval vindt hij heel interessant. Ik blijk plotseling al redelijk in het Roemeens te kunnen converseren met de oude Josif en zijn vrouw Julia. Het wordt dus heel gezellig. Zoals gewoonlijk lekker eten met palinka. Palinka is een Hongaars woord.De Roemenen zeggen tuica. Op zondagochtend ontbijt met gevulde eieren en veel mayonaise en…palinka. Om 6 uur opgehaald door een vriend van de familie die me weer meeneemt naar Clu-Napoka.
9 mei
‘s Avonds met Laurentia naar het ziekenhuis geweest waar Serafina ligt voor een kaakoperatie. Een oude verveloze boel. Geen lift. Serefina ligt op de vierde verdieping op een klein zaaltje met zes vrouwen ongelukkig te wezen. Geen bedgordijnen, geen stoelen, alleen zitten op de rand van het bed. Tussen de vrouwen is ook een jongetje opgenomen. Zijn moeder slaapt bij hem. Er staat een infuusstandaard met lege fles en aan het systeem een niet- afgedekte gebruikte naald. Naalden worden per persoon hergebruikt. De dames vinden het wel leuk, een buitenlandse bezoeker op hun kamer. Na een half uurtje wensen we Serafina veel sterkte. Laurentia vertelt me onderweg dat ze vorig jaar uit een kersenboom is gevallen en een been heeft gebroken. Wanneer de weg ongelijk is heeft ze er nog last van. Kersen plukken wil ze niet meer. ’s Avonds met Varvara en Veridiana naar een film gekeken over het leven van Maria Magdalena. Misschien hopen ze me te kunnen bekeren.
10 mei
Samen met Laurian inkopen gedaan bij de Metro, een soort Macro. Hij doet daar de boodschappen voor zijn klooster in Moliset. Ik heb een koffieperculator gekocht voor de kleuterschool en een groot pak chocola voor de ouders van Laurian.
De zusters, paters en broeders van de Baziliaanse orde vormen één grote familie. Ze bezoeken en steunen elkaar waar het maar mogelijk is. In het kloosteratelier werken enkele zusters hard aan 4 nieuwe zwarte jurken en een priestergewaad. Ik moest vandaag mijn eerste dictee maken. Erg moeilijk.
12. Mei
Vandaag gaan Marcela en ik met Laurian mee naar het mannenklooster in Moliset. Ik mag rijden terwijl Laurian in de auto in slaap sukkelt. Marcela zet een band je op met Amerikaanse songs. Onderweg halen we ergens 4 grote zakken brood op. We moeten over een onverharde weg de heuvels in, een berg op. We gaan flink omhoog over een pas. Boven worden we beloond met een schitterend uitzicht. In de verte zien we als een isegrim de 1920 meter hoge berg Tibles, het hoogste punt in de Maramures. Na de pas gaan we behoorlijk steil naar beneden. Het laatste deel van de weg heeft grote hobbels en kuilen waar ik zo goed mogelijk omheen laveer. Het klooster in Moliset is groter dan ik had verwacht. Keurig betegelde gangen. Ik krijg de bisschopskamer met een mooie Oost-europese tegelkachel. Er wonen hier twee priesters en zes broeders. De andere priester heet Marian. Hij is Laurian’s rechterhand. Ze komen over als innemende hardwerkende kerels en zijn in hun dagelijkse kloffie niet van andere Roemenen te onderscheiden. Maar wat kunnen die mannen prachtig zingen in de kleine intieme kapel waarin ze uren met elkaar doorbrengen.
Na het avondeten in de heuvels een stuk gewandeld met Laurian en Marcela. De vogels in het bos fluiten dat een lieve lust is. Het is hier paradijselijk mooi.
13 mei, zondag in Moliset
Naast het klooster staat een klein houten kerkje. De mannen voorin, de vrouwen achterin. Voor de vrouwen zijn er onvoldoende zitplaatsen dus moeten we staan. Veel mensen zijn in klederdracht. Speciale dag ter nagedachtenis van de overledenen. Na de kerk delen de weduwen en weduwnaars brood , wijn en tuica uit aan iedereen. ’s Middags een uitgebreide wandeling gemaakt met Laurian en Marcela. We kwamen in een prachtige vallei, genaamd: “Vallei der beren”. Water drinken uit de bron. Enorme echo’s. Marcela en Laurian gedragen zich bij tijd en wijle als uitgelaten jonge honden. Plagen elkaar op allerlei manieren. Bij een beek proberen ze elkaar nat te spatten Ze knabbelen op jonge beukenblaadjes. Ik verlang er naar om Go van deze plek te vertellen. Goddelijke uitzichten. En overal in de verte de uitdagende berg Tibles: ” Probeer me maar te beklimmen als je durft”. De schoonheid van dit land raakt me diep. Onderweg gekeken bij het melken van schapen en geiten. Ik maak kennis met enkele families waar we wijn en tuica aangeboden krijgen. Ik kom binnen in dezelfde soort boerenhuisjes als waarin Laurian’s ouders wonen. Ik merk hoezeer hij een kind van dit land is. Ik ontmoet voor de eerste keer Axente Horoba. Deze gepensioneerde onderwijzer, tevens loco-burgemeester, en zijn vrouw Cuta, zullen nog een belangrijke rol gaan spelen bij onze toekomstige reizen. Axente nodigt me dringend uit om vooral terug te komen met mijn gezin. Bij het vertrek zegt hij wat alle mensen hier zeggen tegen hun gasten: “Bedankt voor uw bezoek”. Bij thuiskomst in het klooster is de elektriciteit uitgevallen. Diner bij kaarslicht.
15 mei
Laurian heeft ons naar Cluj teruggebracht. Hij nodigde me uit om terug te komen op 10 juni. Er is dan groot feest waarbij de bisschop op bezoek komt. We hebben de hele weg lifters achterin. Om 14.00 uur waren we in het klooster met alle bagage onder het stof. En het lieve leven in Cluj herneemt zijn gang. Marcela vindt mijn verslag van het bezoek aan Moliset grappig. Ik zou een kopie moeten maken voor Laurian vindt ze. Hij komt even later koffiedrinken. Het contact met Veridiana wordt steeds leuker Het is grappig hoe zij hakkelt in het Engels en ik in het Roemeens.
17 mei
Marcela geeft me een tien voor mijn huiswerk. Om vijf uur ben ik met Augusta meegegaan naar de polikliniek gynaecologie waar zij werkt als verpleegkundige. Ziet er keurig uit. Goed ingericht. Maakt niet de indruk dat het aan iets ontbreekt. Er komt een jonge vrouw van 19 jaar die zwanger is en om abortus vraagt. Ze zit nog op school en haar ouders weten van niets. Ze krijgt heel vlot een verwijzing. Augusta is daar heel verdrietig om en schiet in tranen. Gisteren heb ik een tweedehands fiets gekocht en die wordt vandaag afgeleverd. Ik geef Maria als verjaardagscadeau de sleutel van het slot met afspraak dat zij de fiets mag gebruiken als ik er niet ben en dat hij verder voor het klooster is.
18 mei
De inspecteur van volksgezondheid komt onverwacht op bezoek in de kleuterschool. Dat is schrikken want er is een klandestiene klas in het sousterrain. Lucia probeerde de kinderen daar stil te houden. Heb boven koffie voor hem gezet. Omdat de kinderen beneden moesten blijven werden de tassen met eten en drinken buiten door het kelderraam aangegeven. Intussen kwam ook Laurian langs om fotokopieën te maken. Als twee samenzweerders houden we de inspecteur aan de praat. Met twee pakken Hollandse koffie als cadeautje vertrok hij met een knipoog naar mij. Toen Marcela in de pauze langs kwam kreeg ze het verhaal van de inspectie in geuren en kleuren te horen.
19 mei
Het ontbijt is, behalve op feestdagen, altijd in stilte. Maar één zaterdag per maand moet het een hele dag stil zijn en dat is vandaag. Het is kil en winderig. Ook in de stad is het stil. Het lijkt wel een soort nationale meditatiedag. Voor mij is dit afzien.
24 mei
Naar de kerkdienst geweest bij de buitenkapel van het klooster. De mensen uit de wijk zijn toegestroomd. In de blakende zon gezeten. Bij de heilige communie werd een parasol opgestoken, niet boven het hoofd van de kale priester, maar boven de hosties.
Na de dienst gebaarde de oude zuster Melania me om naast haar te komen zitten. Ze hield mijn hand vast en vroeg hoe ik de dienst vond. Toen ik zei dat ik het niet zo goed had kunnen volgen stelde ze me gerust: “Jezus begrijpt dat wel”. Melania is de tachtig jaar al gepasseerd. Haar taak is portier en ze loopt meestal met een grote sleutel van de poort in haar hand. Haar figuur is robuust en ze heeft een markant, vol, vriendelijk boerengezicht. Ze zou zo in een film kunnen spelen met Petrus.
27 mei
Veridiana vond het toch beter dat ik verhuisde van het klooster naar de kleuterschool. De ware reden heeft ze niet gegeven. Ben ik misschien toch te werelds? De kamer van Theresa en Anna is vrijgemaakt helemaal voor mij alleen.
29 mei
Vandaag is er schoolreisje. Met een autobus en een minibusje rijden we naar de zoutmijn in Turda. De tocht door de mijn begint in een lange tunnel. We komen bij een plek waar we de echo in een schacht kunnen beluisteren. Verderop is een plaats die “het altaar” wordt genoemd. Daar zingen de kinderen een Marialiedje. Even verderop hebben we uitzicht op een grote ruimte waar nog steeds zout wordt gewonnen en waar zieken naar toe worden gebracht in verband met de speciale luchtgesteldheid. De akoestiek is hier bijzonder en weer wordt een gebed gezegd als dank dat we dit allemaal mogen zien. Buiten, op een grasveld met veel paardenkeutels, eten we een hapje. Daarna is het tijd voor de dierentuin. De dieren zijn heel klein behuisd en zitten in kale kooien. Ook veel gewone dieren zoals kippen, eenden en honden. Het meest bijzondere dier was een beer. De nonnen vinden dit een goede dierentuin omdat heter schoon is en niet stinkt.
Daarna naar een naar een bekende kloof in de bergen bij Turda. We moeten een brug passeren die niet meer betrouwbaar is. De tactiek is: alle kinderen uit de bus en lopend over de brug. De bus rijdt naar de andere kant waar iedereen weer instapt en verder hobbelt. Bij de picknickplaats bloeien veel en diverse soorten bloemen en er worden heel wat bessen geplukt. Er arriveert een priester met een auto. De achterklep gaat open en op de hoedenplank wordt een altaar ingericht. De priester trekt zijn mantel aan en draagt in de open lucht een mis op. Een van de meisjes, gekleed in een mooi wit bruidsjurkje en getooid met bloemen, doet haar eerste communie. Daarna is er tijd voor rondrennen.
Er zijn ouders meegegaan. Ik heb gepraat met een vader die les geeft aan de universiteit. Zijn vrouw is dermatoloog. Hij heeft meer van de wereld gezien, een paar jaar in Japan gewoond en weet wat hard werken is. Hij meent dat vooral de mentaliteit van de Roemenen moet veranderen. Dat er geen behoefte is aan hulp maar aan support. Misschien ziet hij toch iets te weinig van de armoede. Ik praat ook met een moeder die niet veel geld heeft. Ze hebben geen auto maar gaan vaak in het weekend met de trein naar de bergen waar ze wandelen en kamperen.
8 juni
Ik ben een paar dagen met Marcela op bezoek in het klooster van de orde in Baia Mare. Het klooster staat prachtig hoog tegen een bergwand en we kijken boven op de mijnstad met in het midden de enorme pijp van de beruchte milieuvervuilende goudmijn. De bergen rond de stad zijn doorboord met ontelbare mijngangen. Het klooster is gebouwd op zo’n berg als gatenkaas. Vandaag met Marcela een plekje gezocht met fraai uitzicht. We hebben een gesprek gevoerd over de toestand in Roemenië. Ook zij weet niet wat er van het land terecht moet komen zoals het nu gaat. Haar eigen ideaal is te doen wat de oprichter van haar orde heeft gedaan: het stichten van een weeshuis, kinderdagverblijf, school en bejaardenhuis. Het idee van een atelier wuift ze weg omdat de mensen niet in staat zijn de producten te kopen.
Ook hier in Baia Mare maak ik nieuwe vriendinnen: Bernadetta, Veronica en Claudia.
We vinden het jammer om weer weg te gaan uit dit heerlijke oord maar het is opdracht. We moeten naarLaurian’s feest in Moliset.
9 juni
De bisschop komt op bezoek in Moliset. De onverharde weg is er speciaal voor geëgaliseerd. Er komen hier aanstaande zondag honderd mensen eten. In de buitenlucht wordt de feestmaaltijd van gevulde koolrolletjes voorbereid door de vrouwen uit het dorp. Onder een grote ronde ijzeren plaat op pootjes wordt een houtvuur gestookt. Daarbovenop staat de gamel met koolbladeren te pruttelen. De nonnen zijn de hele dag bezig met de grote schoonmaak van het klooster. Het mannenhuishouden wordt binnen de kortste keren omgetoverd in glimmend vrouwenwerk. Alle ramen en deuren worden gesopt, badkamers schoongemaakt, vloeren meer dan eens gedweild, kleden geklopt en gebezemd. Verder wordt er gewassen en gestreken. Ik strijk priestergewaden, altaarkleedjes, Marcela’s bloes en jurk, een paar overhemden en een pantalon. Buiten wordt alle rommel opgeruimd. De broeders richten een erepoort op van dennentakken. De kerk is aangekleed met allerlei kleedjes die op lange winteravonden zijn geborduurd door pater Marian. Morgen komen er gasten van heinde en verre. Buiten gaan de krekels te keer en binnen wordt er nog gerommeld met meubilair.
10 juni
Het is al heel vroeg een bedrijvigheid van jewelste. De verkopers van bidprentjes en andere religieuze artikelen hebben zich geïnstalleerd langs het toegangspad. Moliset krijgt een lichtelijk Lourdesgehalte. De gasten druppelen binnen. Wie bloemen bij zich heeft steekt die in de poort van dennentakken. Er komen veel mensen uit de naburige dorpen. Ze zoeken een plekje in het gras. De zusters uit Baia Mare, Cluj en Gherla hebben klapstoelen meegebracht. Het aantal kerkgangers loopt naar de 400. De bisschop arriveert rond tien uur. Hij wordt toegezongen door een koor uit Tirgu Lapus. Een kinderkoor en een afvaardiging uit Gherla lopen in processie naar de buitenkapel. De paraplu’s komen te voorschijn. Ze moeten dienen als parasols. De dienst duurt lang, meer dan drie uur. De preek van de bisschop is blijkbaar aangrijpend want er worden heel wat traantjes weggepinkt. De preek gaat over de vervolging door de communisten. Herdacht worden de martelaren die onder het schrikbewind zijn gestorven in de beruchte gevangenis van Sighet. Naast veel priesters en zusters zijn er in de gevangenissen ook veel wetenschappers, geleerden, filosofen en voormannen gestorven. Daardoor zijn er voor de nieuwe generatie niet meer genoeg goede voorbeelden. De oproep van de bisschop is vooral een voorbeeld te zijn voor de kinderen van nu zodat het land weer naar een hoger niveau getild kan worden.
Het eten was uitstekend. Heel knap om voor zoveel mensen een smakelijke maaltijd te maken. Na het eten met de minibus terug naar Cluj. Veridiana trok stevig door over de stoffige onverharde weg. Sommigen worden misselijk. Het was goed om weer thuis te komen en het stof van ons af te douchen.
12 juni
Er zijn brieven gekomen van Go en mijn vriendin Claartje. Langzaam maar zeker begin ik aan thuis te denken. Go verlangt naar me, mijn moeder mist me en ik wil iedereen zo graag mijn verhalen vertellen.
14 juni
Mijn afscheidsspeech geschreven. De kinderen hebben het schooljaar afgesloten met een poppentheater. Ik kreeg van elke groep een bos bloemen die nu mijn kamer opvrolijken.
Vandaag heb ik iets Hollands gekookt: bloemkool met kaassaus. Volgens mij vonden de nonnen het maar matig want ze deden er tomatenketchup bij.
17 juni
Go is gearriveerd. Hij belde vanuit het centrum. Ik ben naar hem toe gefietst en hij is met onze Mazda achter me aangereden naar de kleuterschool. Op de terugweg naar Nederland gaan we eerst twee weken Hongarije verkennen en weer aan elkaar wennen.
18 juni
We hebben ons voorbereid op de laatste avondmaaltijd in het klooster. Daar was de tafel feestelijk voor ons gedekt. Na het hoofdgerecht heb ik in goed Roemeens mijn afscheidstoespraak gehouden waar enthousiast op werd gereageerd met lachen en applaus. Iedereen zat vol aandacht en emotie naar me te kijken. Daarna heeft Veridiana nog wat gezegd en wisselden we afscheidscadeaus uit. Financiële afspraken over mijn verblijf waren steeds onbespreekbaar geweest. Daarom overhandigde ik een enveloppe met een door mijzelf bepaalde inhoud. Tot slot hield Go een kleine toespraak. Hij sprak de hoop uit dat ik wat heiliger zou zijn geworden. Daarna gingen we naar de kapel waarde de zusters dit keer in het Engels zongen. Aan tafel was de lezing ook speciaal voor mijn afscheid: het licht is donkerder omdat wij afscheid nemen.
Ik heb een geweldige tijd gehad met deze nonnen die me volledig in hun hart hebben gesloten. Ondanks ons verschil in levensbeschouwing voel ik me zeer met hen verbonden. De laatste nacht in de kleuterschool droomde ik in het Roemeens.
Maak jouw eigen website met JouwWeb