De maan

 

Je hangt ginds op de eerste rang

je observeert een leven lang

mijn fouten en gebreken.

 

Je scheen je licht en werd nooit moe

en soms kneep je een oogje toe,

ik kreeg je nooit te spreken.

 

Je zag nieuwsgierig wat ik dorst,

mijn eerste hand onder haar borst,

haar bloes weer gladgestreken.

 

En je zag later hoe ons vuur

uit de hand liep op den duur

en wij in ons genot bezweken.

 

Je hebt gezien hoe ik haar vroeg,

hoe zij ons eerste kindje droeg

al in de wittebroodse weken.

 

Ja lieve maan, je was erbij

je scheen toen net zo blij als wij

hebt nooit op ons neergekeken.

 

Go

januari 2012

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb