De autobahn 

Een zwart plaveisel naar de hel,

een tijdloos voortbewegen,

groeit alsmaar als een kwaad gezwel.

Men scheurt maar komt elkaar niet tegen.

 

Het dijdt maar uit en wordt steeds sneller.

De duivel zelf met kompanen

roekelozen alsmaar feller,

denderen over bulderbanen.

 

Treed uit de bezinedampen

Bevrijd je van benauwde krampen

Stap met vertrouwen in de regen

 

En schrik niet van de bliksemstralen

Wie de moed heeft te verdwalen

Vindt heel zeker nieuwe wegen. 

Go